Internationaal beleid
Binnen het internationale kader zijn er voor de Sustainable Development Goals drie belangrijke spelers: de Europese Unie, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en de Verenigde Naties.
Europese Unie
Duurzame ontwikkeling werd reeds in 1997 vastgelegd als een overkoepelende doelstelling in het Verdrag van Amsterdam. Economische groei, sociale cohesie en milieubescherming gaan hierbij hand in hand en ondersteunen elkaar om hetzelfde doel te bereiken: voldoen aan de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden van komende generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.
Voor de implementatie van Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling (2030ASD) publiceerde een strategische adviesgroep onder leiding van Karl Falkenberg op 20 juli 2016 het rapport “Sustainability Now”. De adviesgroep onderzocht op welke wijze de Europese Unie invulling zou kunnen geven aan duurzaamheid. Het rapport analyseerde de huidige ontwikkelingen en zette deze af tegen de doelstellingen van Europa en de Verenigde Naties.
Op 22 november 2016 publiceerde de Europese Commissie (EC) haar langverwachte communicatie: “next steps for a sustainable European future”. De EC doet uit de doeken hoe ze zal bijdragen tot de realisatie van 2030ASD. Daarbij werd ook een werkdocument gepubliceerd waar een opsomming van het Europese beleid gesorteerd per SDG te zien is. Concreet zijn er in deze communicatie twee sporen:
- Mainstreamen van de SDGs in het beleidswerk van de EU en in de prioriteiten van de Commissie
- Een lange termijn reflectie voor de periode na 2020
Op deze manier wil de Commissie een holistische, cross-sectorale aanpak in lijn met 2030ASD garanderen. Om het participatieve karakter te weerspiegelen, zal onder meer een multi-stakeholderforum opgericht worden. Concrete details over de werking van dit forum ontbreken op dit moment echter nog. Vanaf 2017 zal ook regulier gerapporteerd worden over de vooruitgang van de implementatie op Europees niveau.
Naast deze communicatie stelde de Commissie ook een nieuwe European Consensus on Development voor. Deze gemeenschappelijke visie op Ontwikkelingssamenwerking moet het Europese ontwikkelingsbeleid aanpassen aan het 2030ASD-tijdperk. Dit voorstel is momenteel onder discussie met het Europees Parlement en de Raad om zo tot een definitieve tekst te komen.
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is een organisatie van 34 gelijkgestemde landen, opgericht in 1961, die ernaar streeft om het economisch beleid van haar leden te ondersteunen, de doeltreffendheid ervan te verbeteren en bij te dragen tot de groei van zowel de ontwikkelde landen als de ontwikkelingslanden. Haar werkzaamheden worden verricht binnen verschillende comités en sub-organen, en houden onder andere verband met economische vraagstukken, ontwikkeling, internationale handel, milieu, wetenschap, technologie en industrie en raken aan verschillende aspecten van duurzame ontwikkeling zoals maatschappelijk verantwoord ondernemen of duurzame consumptie en productie.
De OESO werkt op dit moment aan een actieplan rond de SDGs. Voorts werd op 14 juli een pilootstudie gepubliceerd waar de huidige stand van zaken van een aantal lidstaten onder de loep werd genomen. We zien dat de OESO-leden er het best voor staan betreffende de water en gezondheid SDGs, inzake gender gelijkheid ligt nog het meest werk voor de boeg.
Verenigde Naties
De Verenigde Naties, die traditioneel een essentiële rol speelt inzake duurzame ontwikkeling, bracht in 1983 de Brundtland-Commissie (World Commission on Environment and Development), onder leiding van de toenmalige Noorse premier Gro Harlem Brundtland, bijeen. Hoewel het rapport “de grenzen aan de groei” van de Club van Rome uit 1972 de eerste intellectuele denkoefening was die deze problematiek succesvol onder de aandacht van de wereld bracht, was het vooral dankzij de publicatie van het Brundtland-rapport (Our Common Future) uit 1987 dat het begrip duurzame ontwikkeling opgepikt werd door zowel de hoogste politieke niveaus als het bredere publiek.
De basis voor de meest gangbare definitie van duurzame ontwikkeling kunnen we nog steeds hierin vinden namelijk:
“Een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de noden van het heden zonder de behoeftevoorziening van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Op deze manier bevat het twee sleutelelementen: “noden” en “beperkingen”. De noden van de armen die een prioriteit moeten vormen, en de beperkingen die de samenleving en onze technologie op het gebruik van onze leefomgeving moeten plaatsen."
Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling is een samensmelting van twee mondiale agenda’s: deze van duurzame ontwikkeling en ontwikkelingssamenwerking. Agenda 2030 bouwt voort op deze VN-agenda’s:
- UN Conference on Environment and Development (Rio 1992)
- Milleniumverklaring (Milleniumtop 2000)
- World Summit on Sustainable Development (Johannesburg 2002)
- UN Conference on Sustainable Development (Rio 2012)
UN Conference on Environment and Development (Rio 1992)
Het Brundtland-rapport vormde de onmiddellijke aanleiding voor de organisatie van de historische VN-top inzake milieu en ontwikkeling in Rio de Janeiro in 1992. Tijdens deze topontmoeting werd een akkoord gevonden over verschillende elementen die richtinggevend zouden worden voor het verdere internationale, nationale, en lokale beleid inzake duurzame ontwikkeling. We denken hierbij aan:
- De Verklaring van Rio inzake milieu en ontwikkeling: 27 basisprincipes voor duurzame ontwikkeling
- Agenda 21 : een concreet actieprogramma bestaande uit 40 hoofdstukken, met aandacht voor de sociale en economische dimensies, het behoud en het beheer van hulpbronnen voor ontwikkeling, de implementatiemiddelen, en de versterking van de rol van zogenaamde Major Groups in de samenleving. Deze Major Groups vertegenwoordigen sleutelsectoren in de samenleving die het engagement inzake duurzame ontwikkeling moeten kanaliseren. Ten slotte werd ook de Commission on Sustainable Development (CSD) opgericht die moet instaan voor de effectieve uitvoering en opvolging van de engagementen uit Agenda 21
- Het Raamverdrag van de VN inzake Klimaatverandering (UNFCCC of Klimaatverdrag): de basis voor de strijd tegen de klimaatsverandering
- Het Verdrag inzake Biologische diversiteit: richtinggevend voor de verdere inspanningen voor het behoud van biodiversiteit
- Het Desertificatieverdrag heeft tot doel de strijd tegen verwoestijning en droogte aan te gaan in alle landen die met deze problemen te kampen hebben.
- De Bossenverklaring weerspiegelt een mondiale consensus over het beheer, het behoud en de duurzame ontwikkeling van alle soorten bossen.
Millenniumtop & Millenniumdoelstellingen (2000)
In de jaren ’90 vonden vele VN-conferenties plaats: de Wereldtop voor Kinderen (1990), de Wereldconferentie over de Mensenrechten (1993), de Wereldvrouwenconferentie (1995), Habitat II (1996), etc. Voortbouwend op deze actieve jaren en met het aanbreken van de 21e eeuw starten de staats- en regeringsleiders een nieuw globaal partnerschap om een einde te maken aan extreme armoede. Uit de in 2000 aangenomen Millenniumverklaring groeien de Millenniumdoelstellingen (MDGs). Die bestaan uit een beperkte, maar duidelijke set doelstellingen die zich voornamelijk focussen op de klassieke ontwikkelingsthema’s en die de wereldgemeenschap probeert te bereiken tegen 2015.
World Summit on Sustainable Development (Johannesburg 2002)
In 2002 werd in Johannesburg een nieuwe conferentie georganiseerd inzake duurzame ontwikkeling. Gezien dit tien jaar na de top van Rio plaatsvond is deze conferentie ook wel gekend onder de naam Rio+10. Enerzijds werden de doelstellingen uit 1992 onverminderd herbevestigd. Anderzijds verbreedde men de agenda door de aandacht voor economische en sociale ontwikkeling (zoals bijvoorbeeld armoedebestrijding) significant te verhogen. Daar waar in Rio veel meer de nadruk werd gelegd op de nauwere milieudimensie was dit in Johannesburg niet langer het geval.
Duurzame ontwikkeling heeft namelijk in essentie betrekking op de samenhang tussen milieukwaliteit en maatschappelijke ontwikkelingen. Het uitroeien van de armoede, het veranderen van niet duurzame consumptie- en productiepatronen, en het beschermen en beheren van de natuurlijke rijkdommen als basis voor economische en sociale ontwikkeling worden erkend als de belangrijkste doelstellingen van en essentiële voorwaarden voor duurzame ontwikkeling.
Daarnaast lag de nadruk in mindere mate op het maken van nieuwe afspraken, maar wel op het scheppen van een kader voor efficiënte en effectieve implementatie van de eerder aangegane verbintenissen, een benadering die weerspiegeld wordt in het akkoord over het zogenaamde “Johannesburg plan of Implementation (JPOI )”. Daar vinden we aandacht voor onder meer armoedebestrijding, duurzame consumptie en productie, natuurlijke hulpbronnen, middelen voor implementatie, alsook het institutionele kader voor duurzame ontwikkeling.
UN Conference on Sustainable Development (Rio 2012)
In 2012, 20 jaar na Rio en 10 jaar na Johannesburg slaat de Verenigde Naties opnieuw kamp op in Rio de Janeiro voor de zogenaamde Rio+20 top. Deze naam weerspiegelt heel treffend de dubbele tijdshorizon van de conferentie: men gaat niet alleen een evaluatie van de voorbije twintig jaar maken, maar ook, en vooral, een blik naar de toekomst richten met een focus op de uitdagingen voor de komende twintig jaar. Naast het herbevestigen van de Agenda 21 werden ook een aantal werven gelanceerd waaronder de Sustainable Development Goals (SDGs). Die moeten na het aflopen van de Milleniumdoelstellingen een nieuwe, wervende mondiale agenda vormen. Verder werd onder meer het VN-milieuprogramma versterkt, gaat men programma’s opzetten ten voordele van een duurzame economie (Green Economy,Sustainable Consumption and Production) en energie (sustainable energy for all: SE4All).
Ten slotte besloot men om na 20 jaar de Commission on Sustainable Development van de Agenda 21 te vervangen door het High-level Political Forum on Sustainable Development (HLPF). De bedoeling hiervan is om het beheer van duurzame ontwikkeling steviger te verankeren binnen het VN-kader. Om de vier jaar komt dit orgaan samen onder de Algemene Vergadering, de andere jaren gebeurt de samenkomst onder de ECOSOC.
Bekijk de volledige uitkomst van deze conferentie hier.
Transforming our world: the 2030 Agenda for Sustainable Development
In september 2015 worden de Sustainable Development Goals (SDGs), die aangekondigd werden tijdens Rio+20, formeel aangenomen door de algemene vergadering van de VN met de 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling. Deze doelstellingen vormen de operationele pijler en worden aangevuld met 169 subdoelstellingen. Gedurende de komende 15 jaar vormt de 2030ASD een actieplan om de mensheid te bevrijden van armoede en de planeet op de koers richting duurzaamheid te plaatsen. Deze doelstellingen die één en ondeelbaar zijn reflecteren de drie dimensies van duurzame ontwikkeling, namelijk: het economische, het sociale en het ecologische. De 2030ASD vormt een unieke fusie van twee mondiale agenda’s, namelijk deze van duurzame ontwikkeling en ontwikkelingssamenwerking. De nadruk van deze agenda ligt op ‘universaliteit’, wat betekent dat de implementatie niet enkel in het Globale Zuiden moet gebeuren maar over de gehele planeet.
Om de vooruitgang naar de verwezenlijking van de doelstellingen en de subdoelstellingen van de VN te volgen, werd in maart 2016 een geheel van 242 globale indicatoren voorgesteld door UNSTAT dat de 169 subdoelstellingen moet meten. Centraal hierbij is dat meerdere indicatoren opgesplitst moeten worden volgens relevante categorieën zoals geslacht, leeftijd, geografische ligging enz. Voor bepaalde indicatoren bestaat er reeds ruime methodologische overeenstemming, terwijl voor andere indicatoren nog verder onderzoek verricht moet worden. Het betreft hier dus een lijst die in de toekomst zeker nog verder zal evolueren. Het is ook belangrijk te onthouden dat deze indicatoren slechts een mondiale aanzet vormen, de lidstaten worden aangespoord om via verdere nationale verfijning nauwkeurigere metingen te verzekeren.